Al vele jaren wilde ik het: een Everesting fietsen. En vorige week heb ik het eindelijk gedaan, op de Loorberg in Limburg. Helaas niet het doel gehaald, maar gestrand op 2/3 van deze uitdaging. Toch goed voor een plek in de Hall of Fame (wereldwijd zo’n 25.000 vermeldingen).
Voor de “koninginnerit” deze zomer in de Alpen had ik thuis verschillende opties bedacht, maar na een week in Frankrijk was ik al blij dat ik me in ieder geval goed genoeg voelde om een van de beoogde beklimmingen te doen: Col d’Izoard. Weer eentje om van mijn verlanglijstje te strepen. Het plan van thuis was om eerst de Col Agnel (ligt in de buurt) te doen, een stuk afdalen aan de Italiaanse kant en dan de laatste 10 Italiaanse kilometers te klimmen naar de top van de Colle d’Agnello. Daarna dan de Izoard. Ik heb nog overwogen om alleen de Agnel en de Izoard te doen, maar het ging me vooral om de Italiaanse kant van die col (want die heb ik ook op mijn verlanglijst), dus dan zit echt afstrepen er niet in. Maar goed, de Col d’Izoard dus.
Nadat ik wat vertrouwen had getankt op de Alpe d’Huez leek het me goed om wat extra kilometers te maken. Omdat ik de week ervoor lang niet 100 procent fit was, wilde ik niet al te steil klimwerk als toetje. Ik koos ervoor om een van de balkonroutes te doen op de bergwanden boven Bourg-d’Oisans, Route de la Roche zoals CyclingCols deze klim noemt. Ik vond het echt geweldig!
De tweede rit in de Franse Alpen is de klim naar Alpe d’Huez. Dit had een ’tijdrit’ moeten worden, maar het is vooral hopen dat het niet zo slecht gaat als op de Col de la Croix-de-Fer. Ik vraag me überhaupt af of ik wel volledig ben hersteld van die eerste rit. Mentaal heb ik me weer wat opgelapt, maar fysiek houdt het niet over. Ik slik pijnstillers tegen een volgens mij ontstoken amandel, zodat slikken niet zo veel pijn doet. Ik kan ik slecht eten. Ik wil wel maar het lukt niet goed, ik zit eerder dan normaal ‘vol’.
Een paar weken voor ons vertrek naar de Franse Alpen wist ik het ineens: ik moet tijdens de vakantie ook de Col de la Croix-de-Fer op fietsen. Ik had er in eerste instantie niet aan gedacht, omdat ik deze bekende Alpencol al eens had gedaan via de Col du Glandon. Maar vanuit onze standplaats in Rochetaillée begint de westzijde van deze klim, de eerste hindernis tijdens de Marmotte. En die “tocht” stel ik al jaren uit, eerst door corona, later door… ik weet het niet. Maar deze kant van de Croix-de-Fer was voor mij onbekend, in tegenstelling tot de andere twee beklimmingen in de Marmotte: de Galibier en Alpe d’Huez. Het leek me een mooie beklimming om warm te draaien in het hooggebergte.
Het Selle Rondje fiets je met de klok mee. Tenminste, dat lees je bij ervaringsdeskundigen. Met de klok mee scoort met name de Passo Pordoi de winnende punten. In oktober mocht ik het zelf ervaren. Dus ik fiets met de klok mee. Of deze rijrichting mooier is weet ik niet, maar ik vind het een mooiere loop dan de Nufenen, Gotthard en Furka.
Goed aangekleed met lange handschoenen, col en windjack vertrek ik van ons vakantieappartement bij een boerderij op 1700 meter hoogte. Hoewel de zon schijnt, is het afdalen koud, het is inmiddels half oktober. Tijdens de eerste echte dag in de Dolomieten ga ik meteen maar voor de Passo Giau, de nummer 20 van mijn verlanglijst. Een rit van 82 kilometer over in totaal 3 bergpassen. Continue Reading »
Al jaren schoof ik mijn godfatherpoging voor de Gulperberg voor me uit. Ik wist niet goed wat ik ermee aan moest. Een lastige afdaling aan de ene kant of de angstgegner-beklimming aan de andere kant? Maar nu ik de andere 9 godfathers had gehad, kon ik er deze zomer tijdens onze vakantie in Limburg niet meer om heen: 25x op en af de Gulperberg. Binnen 3 uren rondde ik deze uitdaging af! Achteraf blijkt de Gulperberg misschien wel de mooiste godfather van allemaal te zijn.Continue Reading »